De Dom slaat acht keer en als ik om half negen beneden kom, liggen er sinaasappels en broodjes voor me op het aanrecht. De vrouw des huizes is al anderhalf uur weg, maar de ochtendhaast heeft haar niet belet om na te denken over mijn ontbijt en zelfs op de trap de laptop voor me klaar te leggen. Daar ligt hij een beetje wankel en ook nog uit het zicht, maar hij ligt er, die laptop. En ik zie hem. Ik leg hem snel op tafel.
Ik besluit om eerst een half uur in bad te gaan, trakteer mezelf op een glaasje verse sinaasappelsap en daarna wacht ik met een kopje koffie tot het derde broodje wel goed uit de oven komt. Ik ben er nooit een ster in geweest, broodjes bakken in vreemde ovens.
Er ligt geen briefje. Maar dat hoeft ook niet, straks schrijf ik gewoon een niet-geschreven briefje terug.
Achter me ligt de gracht.
De laatste keer dat ik hier was konden we nog een ijsje halen.
Ik ben je blog een tijdje ontrouw geweest, maar dit was een mooi welkom-terug-blogje. Ik heb je gemist!
Welkom terug!