We staan in de rij voor de tent te wachten op het spektakel. Ah, daar gaat het tentdoek open, we mogen naar binnen, er komt wat, we schuiven wat door, we klappen wat en twintig minuten en negen euro later staan we weer met z’n vieren op de blubberige paden van de Utrechtse Parade. Net nog, zaten we in de zweefmolen, daarna kozen we gekleurde bolletjes bij de ijscokraam -joehoe- en zodadelijk gaan we naar het volgende theater. Ik heb de allergrootste bubblegum allertijden in mijn mond.
Het schiet door mijn hoofd dat het pas half tien is en dat ik er vanavond al zeventig euro doorheen heb gejast. Aan drank, eten, snoep en theater. Maar hee, al die centen komen ten goede aan het mogelijk maken van weer een Parade volgend jaar.
Dan voel ik getril tegen mijn been en als ik mijn telefoon pak, trek ik per ongeluk een folder mee uit mijn tas. Giro 555 en het drama in de Hoorn van Afrika.
Fuck.
Ik stop de folder terug en geef een rondje. Daarna koop ik vuurballen bij de snoepkraam en verdeel ze over zoveel mogelijk mensen.
Bij de Silent Disco dans ik met iedereen en bij de toiletten gooi ik drie euro in de wc-pot van Givashit, voor hun ludieke initiatief bij het bestrijden van een andere ramp in een ander land.
Maar elke keer dat ik mijn portemonnee trek voor iets anders, zie ik weer die folder over die ramp in de Hoorn van Afrika.
Gisteren werd ik ook gevraagd om over een paar maanden een halve marathon te rennen in Angkor Wat, ten behoeve van microkredieten voor vrouwen in Cambodja.
Ik zucht.
De bel van de zweefmolen laat horen dat het laatste rondje is ingegaan. Een meisje in een jurkje baalt ervan.
Fuck.
Ik kijk naar de vuurbal mijn hand. Hij heeft er wel wat van.