Wip wap

Het had hem inmiddels zo vaak zijn kop gekost, dat hij besloot nooit meer tegen iemand op te kijken. Ook niet tegen schoonvaders, die uiteindelijk door zijn vriendinnen altijd mooier en verstandiger gemaakt bleken dan ze waren.
Hij dacht aan die zondag dat hij met een ervan over boeken had gepraat. Bij een tafeltje met port en stinkende kazen. De volgende dag had hij hem met een boterham in zijn hand en met zijn mond in een straal onder de kraan zien hangen. Slurpend als een boer in een te nette broek.
Tabee, zijn beeld was met de resten brood in de gootsteen verdwenen. Verschwunden, richting de ratten naar beneden. Hij had er nachten wakker van gelegen, het had hem zijn toekomstbeeld gekost. Alweer.
Voor hem geen opkijken meer.
Iedereen mens. De Menschh als soort, geen goden op de troon.
Niet op, en ook niet neer.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *