‘Dan schrijf je toch over stagnatie’, Impa legt haar voet op de stoel voor haar, de kop thee in haar handen steunt op haar bovenbeen. Ik zie aan het stiksel van haar spijkerbroek dat ik die broek ook heb, maar ik weet even niet welke het ook alweer is.
‘Stagnatie’, herhaal ik. Ik laat het woord bezinken. Stagnatie, stagneren. Ik weet het niet. Het woord klopt, maar toch is er iets mee. Het wil niet, dat woord.
Ik kijk naar links. Daar zit ze, naast me. Impa.
Dát is er mee. Ik kan niet goed nadenken omdat Impa – van wie ik al zolang fan ben, maar met wie het ontmoeten keer op keer maar niet wilde lukken- omdat Impa! zomaar naast me zit. Gewoon, op een willekeurige dinsdag. En omdat ik haar op deze gewone dinsdag zoveel te zeggen en te vragen heb, weet ik even niet meer wat ik van woorden als stagnatie vind.
Ik zwijg even.
‘Hallo Impa’, zeg ik tegen de vrouw naast me.
‘Hallo terug’, zegt Impa.
Ik dacht nog “zou Impa hier zijn?”, maar nee, ze was daar, bij jou!
En ik zat daar ook naast een blogster die ik bewonder. U weet wel, die vrouw die altijd afgeronde pareltjes blogt en zo virtuoos tussen de regels schrijft.
En zo smaakte de thee nog lekkerder, zo samen.