Gastvrij

Ik word ondersteboven gelopen bij de Coop door mensen die zich slechts bekommeren om broodjes, flesjes en dingetjes. Oranje mandjes rollen en zwabberen achter ze aan. De mensen mogen er nogal zijn, van zichzelf. En ze moeten dingen hebben, want die hebben ze nodig. Straks. Hard nodig.
Een oude man glimt van trots met zijn hoedje, t-shirt, zijn klossen en zijn startkaart.
In de verte loeit een sirene. Er zijn nu al mensen de pijp uit gegaan.
Het hoort erbij. Fier haast hij zich naar de kassa.
Zijn rode veter is in een wieltje verstrikt geraakt. Hij valt net niet.
Ik doe mijn best, want een gebroken enkel zou lullig zijn, zo op de maandag.
Als hij er dan toch is.
‘Meneer, gaat het?’
‘Vierenzeventig jaar en voor de negenentwintigste keer de Vierdaagse.’
Dat is wat mij betreft geen antwoord op de vraag.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *