‘Oh, ik krijg niets en zij krijgt wel. Ja, ja’, mopperde de verkreukelde man aan de bar. Met een knikje wees hij in de richting van de jongen die voor een meisje een biertje tapte. ‘Een streepje voor, maar niet voor mij.’ Hij zat krom op zijn kruk. Zijn beide schouders hingen langs zijn middel naar beneden.
‘Vroeger. Vroeger was ik ook een knappe vent’ mompelde hij tegen zijn lege glas. ‘Keken de vrouwtjes mooi naar mij. Zelfs de barman keek naar mij.’
Zijn hoofd hing. Het pakje shag dat voor hem lag mocht hij binnen niet oproken.
‘Maar nu kijkt zelfs de barman niet naar mij.’
Hij haalde zijn schouders op, draaide een sigaret en slofte naar buiten met een sjaal om zijn nek.