‘Ik wil niet met Beste worden aangesproken. Of Geachte.’ Ze trekt haar jas uit en gooit mijn witte wollen sjaal over de stoel. Ze heeft een mooi zwart jurkje aan, met bloemen erop. In dat jurkje loopt ze naar de koelkast, haalt er een fles wijn uit en schenkt een bel vol. ‘Jij?’ Ze houdt de fles omhoog.
Voor het gemak drink ik er eentje mee.
‘Ik bén onderhand mijn functie.’ Zegt ze. ‘Als ik vier minuten te laat ben zit twintig man mij aan te kijken, te wachten tot ik beslis wat er zal gebeuren. Ik haat fte’s.’
Ze neemt een slok, ze gaat zitten, slaat haar benen over elkaar en zegt: ‘Hoe is het met jou?’
En ik weet zeker dat ze het meent.