Gisteren kreeg ik een bericht uit Suriname dat het goed met haar ging. Ze had al lekker gegeten, zat nu in een guesthouse en sloft morgen het oerwoud in. Door de Surinamers zelf ook wel ‘het bos’ genoemd. Het bos. Het oerwoud het bos noemen. Haha. Daarna was het tijd voor strand en palmbomen.
Vanmorgen kreeg ik een bericht uit Thailand, dat het ook met een andere ‘haar’ goed gaat. Ze was eindelijk aangekomen, zat nu aan het bier en was al bijna onderweg naar de Starbucks. Binnenkort de jungle in en daarna tijd voor strand en palmbomen.
Mijn vader kwam gisteren terug uit China. En stopte even een paar duizend Thaise Baht in mijn hand. Hij was via Hong Kong – met paradijselijk veel Seven Eleven en Starbucks- naar Pattaya gevlogen en had nog wat geld over. Lekker hangen daar, op het strand met palmbomen.
Die palmbomen weten zich wel in rap tempo over de aardbol te verplaatsen.
En hoezo, ‘geld over’?