De hoofdletter G

En dan is er die dag dat je vast
loopt tussen groter en beter
en rijen wachtenden voor u van verlangen en gezever.
Gedult Geduld
er zijn mensen die het woord niet kunnen schrijven
of die, als het er is
of als het er was en dan eindelijk weg is
de blinde loper niet zien
die roept hier ben ik dan.
Of die gewoon andere belangrijke dingen vergeten
te weten.

De Denker weet nog wel wat

‘Dus ik weet niet waar het aan ligt.’
‘Soms weet je dat ook niet precies.’
‘Zouden ze het gewoon niet kunnen?’
‘Hm. Ja. Kan.’
‘Of zouden ze het niet willen? Die mensen?’
De Denker zwijgt. De Dromer zwijgt ook. Ze weten het niet.
Dan vervolgt de Dromer. ‘Ja ik denk dat dat het is. Dat ze niet willen. Wullen.’
De Denker peinst. ‘Tsja. Willen moet je ook maar kunnen. Ik denk dat dat het is.’

Momeant to be

‘Ik denk dat ik moet aansturen op een nieuwe meant to be’, zei ze. ‘Iemand waarvan ik denk, als díe het niet is, dan die.’
Ik keek naar eerst haar frons en daarna haar glimlach.
Ik denk dat ze in beide gevallen
dezelfde voor zich zag.

Verzamelooi

Als de mensen even niet kijken dan zet hij zijn telefoon uit, soms.
Dan doet hij net alsof hij leeg is,
of alsof er een storing is op de vaste lijn,
terwijl hij gewoon heel lang op de uitknop heeft gedrukt.
“Waar is-ie?” vragen de mensen zich dan af.
De mensen, of niemand.
Niemand die zich in die vier uur afvraagt waar hij is.
Niemand die zich om hem bekommert.
Of hem dat in elk geval niet heeft laten weten.
Er waren tijden dat hij dan aan het einde van de avond negentien gemiste oproepen had.
Dan keek hij de hele avond uit naar zijn thuiskomst
en het aanzetten van zijn telefoon
die dan op het randje van het televisiekastje lag
en na twee piepjes een getal aangaf.
Dat was pas mooi.

Maar Riekster,

En precies daar
waar ik hem niet aankomen zag
raakte ze exact
mij met woorden uit het hart,
alsof het verder niets te betekenen had,
alsof het normaal was,
en het hoorde
daar.