Als het niet lukte aan de binnenkant, dan moest hij het maar proberen aan de buitenkant, zei ze altijd.
Hij hechtte waarde aan haar woorden en dus zat hij elke zaterdag in het café, in kleren die zij leuk vond.
Dan dronk hij wijn en las de krant en dan bestelde hij kaas.
Soms sms’te hij haar. Of ze even komen kon, want dat van die buitenkant, dat was lastig soms.
Maar ze kwam nooit. Wel schreef ze meestal iets terug, met haar telefoon.
‘In the end,’ schreef ze dan,
‘everything will be ok’ schreef hij dan terug.
‘If it’s not ok,’ schreef ze dan,
‘it’s not the end,’ schreef hij dan terug.
Hij was altijd wat verward, als hij dat las. En meestal nam hij er dan nog een.