Ik struikelde ervan over mijn woorden, al die beginnen en die eindes die de week had voortgebracht. Dus op het moment dat de dame uit een nabijgelegen kroeg even in de deur van de snackbar komt hangen om ‘Hé kutTurk!’ te roepen, waarbij ze haar tieten even in de warmte laat maar haar tijgerlegging buiten laat staan, komt op zondagavond eindelijk de relativering waar ik al een week naar snak. ‘Waar is die andere Turk?!’ roept ze naar de verkeerde Turk die achter de toonbank frietjes staat te bakken.
‘Die is er niet. Bestellingen wegbrengen.’
‘Is-ie er nie? Oké! nou doe ‘m de groeten!’ Ze draait zich om, haar tieten voegen zich weer bij de legging en de deur valt langzaam dicht.
Ik haal een keer extra adem. De man naast mij kijkt me aan en grinnikt.