De eerste weken van het nieuwe jaar stonden in het teken van afscheid.
Afscheid van tijd, afscheid van gesloten ogen en met geknepen vuistjes vasthouden aan oude gewoonten, afscheid van angst om eerlijk te zeggen hoe het zit, afscheid van het leunen in keuzes die niet per definitie de beste zijn. Ha, jaja, mooie woorden Riekster, vandaag bedacht en morgen afscheid.
‘Maar de ziel gaat te paard’, zei Claudia de Breij gisteravond laat. Je kunt wel in een paar uur ergens heen vliegen en denken ‘nou hier ben ik dan’, maar de ziel, die gaat te paard.
Daar zag ik wijsheid in. Want wat mijn hoofd had bedacht, viel mijn ziel stiekem toch iets zwaarder, zo vers in het begin van het nieuwe jaar met al die stappen voorwaarts.
Vooruitgang met de tijd.
Ik ging maar eens bij de mijne te rade. Ging ie per vliegtuig of te paard?, mijn ziel.
Te paard.
Een fris paard, eerlijk en fier, eentje dat eet van knalgroen gras.
Een paard dat naar boven kijkt als mijn hoofd per raket voorbij raast.
Een paard dat in het nieuwe jaar één stapje zette
van waar hij was.