‘Dus ik weet niet waar het aan ligt.’
‘Soms weet je dat ook niet precies.’
‘Zouden ze het gewoon niet kunnen?’
‘Hm. Ja. Kan.’
‘Of zouden ze het niet willen? Die mensen?’
De Denker zwijgt. De Dromer zwijgt ook. Ze weten het niet.
Dan vervolgt de Dromer. ‘Ja ik denk dat dat het is. Dat ze niet willen. Wullen.’
De Denker peinst. ‘Tsja. Willen moet je ook maar kunnen. Ik denk dat dat het is.’