Ik denk niet dat het u -lezer- wat uitmaakt of ik op zaterdagavond nou druiven eet of een glaasje wijn
drink – dus dan drink ik maar wijn.
En aangezien het toch een supersaaie zaterdag is met veel regen en onweer, kan ik net zo goed maar mijn vragen stellen aan de liefde. Dat voelt een beetje als direct het woord richten tot God (of wie dan ook), maar toch.
Komt-ie. Aahum.
Ahum.
Beste liefde,
Hierbij stuur ik u een brief, want
in het roze boek waarin zij misschien wel alles wisten
heb ik nooit een antwoord gelezen op mijn vraag
of het ooit tóch goed kwam
met iedereen,
misschien?
Zelfs niet toen ik mijn vraag in een onnozele vorm
onder een steen legde
en ook niet toen ik hem uit een boom liet vallen,
of aan een boterham met honing plakte zodat hij haast
had en uw brievenbus vond.
Kunt u mij zeggen
of het ooit nog goed komt?