‘Poeh poeh, even zitten.’Â Met mijn nieuwe zonnebril op mijn hoofd kijk ik naar een wolk. We hebben de hele dag door het Amsterdamse land geslenterd, en mijn voeten doen zeer. Ik leun tegen een vensterbank.
‘We moeten nog een kraslot.’ De triomfantelijkste nicht op aarde kijkt me aan.
‘Een kraslot. Welja.’ Een diepe zucht.
‘Kind, de Maya-kalender stopt in 2012. Daarna komen we in een nieuwe dimensie. Na de afgelopen 5200 jaar, komen we in een nieuwe zonneperiode van de Maya-kalender. Hiermee gaan volgens de overleveringen grote veranderingen gepaard. Bewustwording van de mens na een periode van grote rampen. Ik zou dus maar zorgen dat je de komende drie jaar goed besteedt.’
‘Wacht even, we hadden het net nog over krasloten?’
‘Ja. Maar het is wel waar. Ellende, ziekten en doden, na 21 december. En wie het overleeft, heeft geluk, die vindt zielevreugde en leeft intenser.
Zouden wij dat zijn, denk je?’
‘Weet niet, hoop het, denk dat ik wel een goed mens ben. Potdomme, er staat ons een hoop te wachten. Ik ga even zitten in de tussentijd. Als je het niet erg vindt.’
‘Oke.’
‘Kost zo’n lot?’
‘Vijf Euro.’
Klavertje vier zat er niet tussen.