Twee dagen lang hebben we behang van de muren af lopen trekken.
Lekker. Van die grote plakken behang van de muren trekken, vooral als je er in een ruk ineens heel veel afhaalt. Zo’n hele baan in een keer. Heerlijk en door het open raam hoorden de buren daarom ook vaak ‘oh lekker’.
Ook lekker: Iemand per ongeluk een knipoog geven en je achteraf realiseren dat dat helemaal niet zo per ongeluk was.
Of een hele middag biertjes zitten drinken in het café, de rekening vragen, die pas twee uur later gaan betalen en dat de barvrouw dan zegt: ‘Nee hoor, die is al betaald.’ Je bent nog zo netjes om haar erop te wijzen dat dat waarschijnlijk niet het geval is, dat je er nog steeds bent, maar de barvrouw houdt voet bij stuk. Heerlijk om dan dronken en met volle portemonnee naar buiten te lopen.
Het lijkt me ook lekker als je iemand eens een keertje KEIhard kan slaan. Zo uithalen, je arm een beetje slap houden, door de knieën buigen voor straks meer snelheid, met je vingers bijna je enkel raken, dan je spieren spannen, bovenlichaam draaien, en van onder kom je, en pets!
En dan iemand een enorme optater geven. In het gezicht. Heerlijk lijkt me dat zeg, als je dat kunt.
Jammergenoeg kan ik het niet. Jammer. Want volgens mij is het best lekker. Heel jammer.
Dat niet alles zomaar kan.