‘Dokter, heeft u voor mij een ander vel?
Deze past niet.’
Meisje woensdag: ‘Ik wil ook iemand.’
Meisje dinsdag: ‘Ja maar jij, jij bent getrouwd met je werk.’
Meisje donderdagavond: ‘En je gedraagt je er ook naar.’
(Meisje dinsdag valt van haar kruk.)
Meisje woensdag: ‘Ik heb het al veertig jaar en wil er vanaf, maar ik doe het niet?’