‘Het is gewoon een doel, en niet een middel.’ De Dromer zit in de zevende sloot. Hij klopt wat modder van zijn broek, roert met zijn vinger in het water en kijkt naar de verte.
‘Andersom.’ zegt een stem vanaf de kant.
‘Huh?’ De Dromer kijkt op.
‘Andersom. Een middel en niet een doel, bedoel je.’
‘Ja. Dat bedoel ik.’ De Dromer draait zich om. Hij kijkt naar de plek van de stem, maar die is weg. De Dromer gaat op de kant zitten.
‘Een doel en niet een middel’ mompelt hij naar de verte.