‘Vifitje en een Marlborootje light! en weer in orde.’ De man straalt in zijn Kioskje.
‘Dank u.’ Ik denk, ik denk eigenlijk niks.
‘Maak je er een fijne dag van?’
‘Ja, doe ik.’ Ik mompel en prop de sigaretten in mijn tas, pak frambozenyoghurt in mijn hand. Die heb ik nu nodig.
‘Afgesproken.’ Hij lacht me toe.
Ik loop weg.
Ik slenter naar de andere kant van het station.
‘Afgesproken’?