Het hondje is net zo oud als het baasje. Ik schat tachtig. Aan zijn lijntje schuifelt hij achter oma aan. Het gaat trager dan traag en toch heeft het beest zijn tong op straat hangen, maar langzamer gaat het niet. Zijn haartjes zijn te kort en z’n pootjes ook. Hij gaat als knakworst door het leven en een broodje zou hem dan ook niet misstaan.
Oma kan hem niet meer elke dag kan kammen. En haar eigen haar ook niet. Oma vindt het moeilijk, dat lopen met trombose en dan ook nog dat huisdier erbij. Vroeger was het leuk. Nu is het veel. Terwijl, van de Knakworst hoeft het niet. Dat lopen. Knakworst vindt het prima, in de mand.
Oma schuift moedig haar ene steunkous voor haar andere. ‘Mmm waf.’ Zegt het hondje.
Ze hebben nog een lange weg te gaan.