Waterlander

‘Nee, geen zeeman, maritiem officier.’
Zijn ogen keken me aan alsof ze wel wat vaste land konden gebruiken.
‘En iedereen denkt altijd vanalles van ons. Maar ik wil ook gewoon stadjes bekijken.’
Zijn blik zocht zijn bier. Zijn handen zijn zakken.
Hij dronk zoveel dat hij er bijna in verzoop. Ik noemde hem Popeye. En marinier.
Toen hij glazen later naar huis dwaalde,
vroeg ik me af of hij hetzelfde had gezien als ik.
Stadjes.
Maar dan op zijn manier.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *