‘Dat vind ik een mooie naam.’ De Dromer schopt een steentje weg.
‘Ja?’
‘Ja.’
‘Waarom?’ De Denker loopt naast hem. Ze lopen een rondje door het bos en het is koud, maar toch heeft de Denker zijn vest uitgedaan en om zijn middel geknoopt. Een dikke mouw sleept over de grond achter hem aan.
‘Ik houd van oe-aa’s, ee-uu’s en aa-oo’s. Dat klinkt lekker.’ Hij schopt nog een steentje weg.
De Denker glimlacht. Oe’s en aa’s en ee’s, en uu’s. Ja. Het is een mooie naam, dat vindt de Denker ook. Hij geeft de Dromer een mandarijn.
‘En ik vind Bhutan een mooi land.’
‘Heh?’, de Denker kijkt verbaasd. ‘Bhutan?’
‘Ja, met lucht en licht en blauw en fris enzo. In Bhutan is het altijd sneeuw met mandarijnen.’
‘Hm’, peinst de Denker. ‘Wat is de hoofdstad van Bhutan?’
‘Ik heb geen idee.’ De Dromer haalt zijn schouders op. ‘Maar het ligt tussen China en India, dat weet ik wel. En er is zon. Zon en fris.’
‘China en India.’ De Denker mompelt. ‘Kan me niet voorstellen dat daartussen iets zonnigs en frissigs ligt.’
‘En toch is het er. Uu-Aa. Bhutan. Mooi. Of misschien is het wel Oe-Aa. Maar dat is ook mooi.’
‘Bhutan. Ik ben toch benieuwd wat de hoofdstad is.’
De Dromer schopt een steentje. ‘De hoofdstad is fris.’
Ik weet nu al dat ik de plank volledig missla met mijn reactie op deze prachtige overpeinzing. Ik kan het echter niet laten omdat ik Bhutan ook zo’n fascinerend land vindt (wanneer vinden meer mensen dat nu eens? Zo vind ik natuurlijk nooit een reisgenoot). Het volslagen onrelevante antwoord op de niet-gestelde vraag is natuurlijk: Thimpu. Klinkt ook al zo mooi!
Zeker mooi!
Privé-mijmering-nootje: Eigenlijk ben je zelf een beetje Bhutan. Tenminste, als je mij als China neemt en Jut&AlGore als India. Er tussenin, maar toch je eigen land! :-)
Joepie! een eigen land!!!!