Ik heb een tijdje in Shanghai gewoond. En toen ik wegging was het feest. Niet omdat ik wegging, maar gewoon, omdat er weer een reden voor was. Als afscheidscadeau kreeg ik van een vriendin een t-shirt dat ze tot pyjama had gebombardeerd. Donkerblauw met het kengetal van Shanghai erop en ik zou hem pas aan mogen als ik met de liefde van mijn leven in bed lag, vertelde ze erbij.
Daar heb ik me maar niet aan gehouden.
Van mijn twee flauwekulvrienden kreeg ik ook een t-shirt. Twee zelfs. Eentje was geel met de bling blingende tekst Try Girls Do It Better -wat een oppepper- en eentje met een foto van mezelf erop.
De meest gĂȘnante foto die ooit van me genomen is en die ziet er als volgt uit: Ik met een oranje t-shirt aan -het was Koninginnedag-, een oranje pet op -kan het erger-, mijn tong uit mijn mond en ik leun naar voren in een dronken-hoer-neem-me-nee-ik-maak-maar-een-grapje-pose.
Ik heb hem zojuist voor het eerst aangehad.
Als t-shirtje eronder.
En ik heb nog nooit zo gehoopt dat ik niet zou verongelukken, niet door mijn enkel zou gaan, niet op sterven na dood neer zou vallen of in een goot gevonden zou worden.
Thank god en ik was weer thuis.