Ik ken de jongen die afgelopen zomer voor Caro haar broodjes smeerde, toen ze moest optreden tijdens de Nijmeegse zomerfeesten. Hij had tussen haar broodje een papiertje gedaan waarop hij had geschreven dat zijn vriendin haar zo leuk vond: ‘Hoi Caro, mijn vriendin vindt jou heel leuk. Groetjes, de broodjessmeerder.’ Daaronder schreef hij haar e-mailadres en hij stopte het papiertje tussen haar kaas en haar tomaat.
Hallo?!
Zo’n kans, en dan gaat die Sufferd het e-mailadres van zijn vriendin tussen dat broodje doen, terwijl IK eenzaam en alleen hier ben. Hier! Ik! Eenzaam en Alleen!
Wat een flapdrol.
Wat een oelewapper.
Wat een idiot.
Natuurlijk heeft Caro nooit op het briefje over het e-mailadres van de bezette vriendin van de even zo bezette broodjessmeerder gereageerd. Waarom zou ze dat ook doen.
Sufferd.
Dus nu heeft ze het nooit geweten.
Caro.
En dus leen ik haar cd en rijd ik een rondje door Nederland. Hoofdschuddend en met een glimlach van twaalf naar een, naar twaalf en weer terug.
Een rondje van wat Caro met je doet.
Een knipoog naar vinyl en dat sepia-gevoel.
En als ik haar misschien tóch in het echt tegenkom; een briefje in haar broodje als het moet.
*Tumta tumta tuutie tuu taa, …toenk toenk poeink poeink tuut ta..*
Stond ik dus vanmiddag aan de kassa van de Mediamarkt, lag deze cd. Lief: wie is dat? Ik: Geeeeeen idee!
Had ik je logje toch even wat eerder moeten zien. Zucht. Vol gemiste kansen, dat leven rondom Caro’s muziek. :)
@Wenz; ik zou er even voor teruggaan naar de Mediamarkt… ze is ook een rondje Vlaanderen waard :-)
Pingback: Riekster weet hoe het moet « RIEKSTER