De Lovedoctor heeft soep gemaakt voor vanavond. Ze heeft de groenten gesneden en de bouillon gemaakt en de verse kruiden op de houten snijplank geknipt. De kruiden liggen klaar voor ‘op het laatst’ en terwijl ze wachten staat de pan op het vuur en zet de Lovedoctor een fles wijn op tafel. Tussen haar vingers bungelen twee glazen. Die schuift ze bij de wijn. Een zakje met toastjes dat met een randje tussen haar tanden bungelt laat ze boven de bank naar beneden vallen, op mijn schoot. De kaasjes en de tapenade staan er al, op een grote schaal met bloemetjes erop. Roze met lichtgroene. Het mesje en het lepeltje voor de kaasjes en de tapenade liggen nog op het aanrecht. Samen met de flesopener. In stilte loopt ze terug om ze op te halen en de drie een plek te geven. Het bestek bij de etenswaren, de flesopener in de kurk. Als ze de kurk uit de hals heeft getrokken houdt ze de fles even omhoog. Ze kijkt me aan.
Ik knik.
Ze schenkt twee flinke bodems in de glazen. Dan gaat ze zitten op de stoel die ik ooit van haar kreeg.
Ze zegt niets en dat is voor de Lovedoctor ongewoon. Ze glimlacht. Ze glimlacht en ze houdt haar mond dicht en ik merk dat de Lovedoctor die doorgaans eerder weet dan ik hoe het er volgende week met me bij staat, me nu vraagtekens geeft. Ze proeft van de wijn en smeert een toastje.
Ze zit op de stoel die ze me ooit gaf en nu geeft ze me die ogen.
‘Hé,’ zegt ze. ‘Hier zitten we, dat is deel een en ooit gaan we naar deel twee.’
Ik weet het niet precies, maar ik ruik de kruiden en ik hoor iets moois
en ik zwijmel en mijmer maar een beetje willekeurig mee.
Ik begin (begin!) te wennen aan de nieuwe layout. Nooit, nooit, heeft het me dat moeite gekost bij een blog, laat staan zoveel als bij Riekster, dromen maar niet slapen. Wat is dat nou weer, Impa? Het is hartstikke fijn en fris en mooi dit. Daar ligt het niet aan. Ik pieker me suf over dat los moeten rukken van het oude, ineens.
Lekker, wel, dat. Het is food for thought.
Mooi stukje weer, trouwens, Riekster.
En fijn muziekje.