Spelen met het regime

Oh! Oh! Oh!
Nu moet ik dan toch.

‘En dat was het?’ was de messcherpe vraag van Erika Terpstra aan Erik van Muiswinkel toen hij vertelde dat hij na de Olympische Spelen nog een boek zou schrijven over zijn ervaringen als activist tegen de Spelen in Beijing.
Dat was het.
De man die de sporters enkele maanden voor de start van de Spelen verwijt dat ze meedoen aan een spelletje in het verkeerde land, doet na het grote festijn niets meer aan het lot van de Chinezen en Tibetanen in de ‘afgeschermde kampen’.
Ik vind Erik bekrompen en dat zit me al weken dwars.

Toen ik in China woonde had ik diverse gesprekken met Chinezen over het regime, de machthebbers en de geschiedenis van hun eigen land. Nooit gestuurd, nooit bedoeld, het kwam er zo af en toe op. Vaak begonnen ze er zelf over.
Een van hen vertelde dat hij weer was opgeroepen door De Partij om in lange rijen de wet in zijn hoofd te stampen. Het was alweer een jaar geleden en die informatie moest je up to date houden om haar te kunnen delen. Hij ging maar wel, want een kennis van een kennis was ooit opgepakt na het spuien van verkeerde ideeën. En zat maanden op een plek in het westen van het land, waar je niet al te best weer vandaan kwam. ‘Not so good.
Toen ik in China woonde hadden ‘wij de buitenlanders’ ook regelmatig een avondvullend gesprek over de controle van ons leven in Chinaland. Twee keer heb ik het aan de stok gehad met de overheid. Een keer met de politie en een keer met de immigratiedienst. In Beijing stond er een peleton van 15 man voor de deur -ik woonde illegaal in een huis dat voor Chinezen was bedoeld-, en in Shanghai moest ik een roze vodje laten zien. Roze vodje? Ja, zei China, of anders moest ik het land uit. In mijn ogen ook very not so good.
Het bleef niet bij het peleton of de immigratiedienst.
Velen waren ervan overtuigd dat we gecontroleerd werden door afluisterapparatuur in onze muren. Nu had ik daar niet zo’n last van -ik woonde tenslotte illegaal in een huis dat voor Chinezen was bestemd- , maar buitenlanders die iets officiëler in het land waren, hoge functionarissen, journalisten en andere pieten, zaten in de daarvoor bestemde huizen. Daarom spraken wij nooit, maar dan ook nooit over de Falun Gong. Een ondergrondse spirituele organisatie die streng verboden is, en waarbij je onmiddellijk wordt gearresteerd op het moment dat je je er in China positief over uitlaat. We noemden de naam nooit en mompelden dan iets als Flngngggdinges. Ook thuis.
Vaak vroeg ik me af wat ik deed in een land waar mensenrechten op grote schaal worden geschonden, en toch op grote schaal door het buitenland – en mede door mijzelf- wordt gestimuleerd in het ontwikkelen van een booming economie.
Maar er wonen nog meer mensen. Heel veel mensen, echte mensen. En die gunde ik iets goeds.
Toch vertrok ik.

De Olympische Spelen zijn al jaren geleden aan China toegewezen.
Ik heb Erik van Muiswinkel toen niet gezien.
Beter laat dan nooit, zou je kunnen zeggen.
Dat is waar.
Maar heel hard schreeuwen en jammeren, roepen dat Balkenende niet naar welke ceremonie dan ook moet gaan, -alsof iemand in China zich daaraan zou storen- , sporters verwijten dat ze gaan sporten en voor fair play gaan staan, een boekje schrijven en dan weer op de achtergrond blijven.
Erik, hmmmm.

I love Erika Terpstra.

Wie een messcherpe discussie wil zien, kan even kijken naar de uitzending van Pauw en Witteman van afgelopen avond.
En laat die na de Spelen nou ‘s voortbestaan.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *