Ze hingen met z’n allen aan z’n mouw omdat ze nog wilden dansen.
Maar hij wilde wel naar huis.
Hij?
Ja hij.
Niet omdat hij het gehad had,
of omdat het hem niet leuk leek.
Maar omdat het juist zo, goed was.
Ze hingen met z’n allen aan z’n mouw omdat ze nog wilden dansen.
Maar hij wilde wel naar huis.
Hij?
Ja hij.
Niet omdat hij het gehad had,
of omdat het hem niet leuk leek.
Maar omdat het juist zo, goed was.