In de vensterbank ligt een muis. Of een kikker. Dat kan je bij die dingen niet zien. Ze kunnen er binnenkort alweer een Paaspapiertje omheen doen. Heb je ineens een konijn.
Hij ligt er al een tijd. En hij moet daar ook nog even blijven, het is een herinnering aan iemand die onverwacht mijn leven in stapte.
Ik wist niet dat ik hem nog had. En dat ie er nog lag. Die dingen zie je weer als je een tijdje niet thuis was.
Terug van vakantie. Thuis van op reis.
In de regen, kou en wind,
en dan in een hoekje van een glas witte wijn,
toch lente vinden.