Alles wat was, bleef aan land.
Alles wat zwom, zweefde.
Op een goed moment
in een getij of twee
is
de massa van de dag
het lichaam van de nacht.
Zee.
Alles was.
De maan
kwam op,
en bewonderde de overkant.
——–
Alles wat was, bleef aan land.
Alles wat zwom, zweefde.
Op een goed moment
in een getij of twee
is
de massa van de dag
het lichaam van de nacht.
Zee.
Alles was.
De maan
kwam op,
en bewonderde de overkant.
——–