“Blauw of rood?”
“Dat wat voor jou goed voelt.”
“Ja hallo.”
“Doe wat je moet doen.”
“Als ik nu blauw neem en jij had rood gekozen hoor ik dan straks dat ‘we dan van mening verschillen’? Zeg nou ‘s wat je vindt.”
“Ik heb van jouw leven geen idee. Ik zou zeggen probeer het eens.”
“Jeeezus…”
Dat wat goed voelt is het nieuwe weten.
Je ding doen het nieuwe streven.
Dat had ik al lang gedaan als ik het wist.
Het is niet waar ik om vroeg.
Ik wil weten wat jij ervan vindt.
Ik moet weten wat er gebeurt als ik er straks naast zit.
Wat zou m’n ding zijn als jij mij was?
Ik heb er nog eens over nagedacht, en ik weet het nog steeds niet. Dat wat jij vindt is goed overwogen, maar het antwoord is nog niet in zicht…