‘Hallo Dametje, dat is nog maar een week geleden.’
‘Ja Meneertje, ik weet het, maar het is zo nodig en ik kom hier graag.’
‘Ah, zo, nou vooruit, gaat u dan maar zitten in de stoel.’
‘Meneertje, ik zou graag willen proberen mijn mond weer open te doen, zodat u bij mij naar binnen kunt kijken.’
‘Dat is heel goed dametje, de enige manier waarop ik goed bij u naar binnen kan kijken is wanneer u uw mond voldoende open doet.
Ah daar gaat u al, ik hoef u daarbij steeds minder te helpen, het lijkt alsof u al wat drempels over bent. Nog steeds dezelfde holtes he, dametje. Dat had u zelf ook wel gedacht, niet.’
‘Ja, ik voel ze de laatste tijd ook beter want ze beginnen groter te worden, of ik voel ze nu beter zitten, dat kan ook.’
‘Dat kan inderdaad ook, u zult niet de eerste zijn bij wie dat zo is. Maar dat u de holtes voelt is niet zozeer negatief. Voelen dat er holtes zitten, dat is al het eerste begin van het stopzetten van het rotproces, begrijpt u? Die holtes die u voelt, zijn gewoon delen die afgestorven zijn, weggerot, daar zit geen leven meer in. Dat deel heeft te weinig zorg en aandacht gehad. Zeer goed dat u hier zo zit, dan kunnen we samen, ik met de juitste technieken en materialen, u met wat goede zelfverzorging en nauwkeurig onderhoud een heel end komen om die holtes opgevuld te krijgen. Wat zegt u daarvan, dametje, dat klinkt u natuurlijk als specialisme in de oren. Eerst wil ik nog dat u mij vertelt wat u zelf al geprobeerd heeft te doen om het probleem te verhelpen? Ja, u zult mij toch ook het een en ander moeten vertellen, ik kan u wel een beetje in de goede richting helpen maar u zult zelf ook het een en ander moeten ondernemen om die misere daarbinnen eens goed aan te pakken.’
‘Jah meneertje, ik praat niet graag over de dingen die doe, want trots ben ik daar niet op, ik onderwaardeer ten zeerste hoe ik oplossingsgericht te werk ga, voelt u de bui al hangen meneertje? Oh en wilt u mij zo vervolgens alstublieft niet afkeurend aankijken, dat deden mijn ouders ook en daar ben ik nooit beter van gaan presteren.’
‘Nee dametje, vertelt u gerust, ik zou zeggen voor de draad ermee, want als u er zo omheen draait, kunnen we nooit goed de oorzaak formuleren en weet ik niet waarop ik mijn technieken moet toepassen.’
‘Oke, wilt u zich dan omdraaien zodat ik u gezicht niet hoef te zien?’
‘Nou, nou dametje, u stelt zich zo wel weer erg afhankelijk op. Hier ik help u nog even, stel uzelf de vraag wat u nu zelf praktisch kunt doen zodat u mijn gezicht niet ziet, let wel, de nadruk ligt op wat u zelf kunt doen.’
‘Ou, meneertje, bij wijze van spreken hebt u zojuist nog een zere plek aangeraakt. Ik walg van mezelf in een onafhankelijke of zelfstandige positie, maar voor deze keer ga ik dat met veel pijn en moeite proberen, maar fijn is het niet, als u dat maar weet! Ik zal mijn beide ogen toe doen, terwijl ik ga uitwijden over op welke manier ikzelf geprobeerd heb de holtes op te vullen.
Oke daar ga ik, maar denk maar niet dat ik dit voor mijn lol doe, meneertje, of voor niets, ik betaal hier ruimschoots voor en voor wat hoort wat, vergeet dat niet, meneertje. Ik laat me nu even volledig gaan, schrik alstublieft niet.
Ik heb lopen vreten, me vol lopen stouwen, lopen bunkeren, proppen, duwen, als een lui varken op de bank zitten vreten, vreten, vreten totdat er niets meer bij kon en wanneer er wel weer wat bij kon ben ik weer gaan stouwen, duwen en proppen, tussendoor natuurlijk effen doorspoelen om weer klaar te zijn om te kunnen bunkeren, duwen, proppen en stouwen. Vreten, vreten, vreten heb ik gedaan, vreten, vreten tot de nok toe vol duwen, daar kwam het kort gezegd op neer. U snapt wel dat het geen komkommers en wortelen zijn die ik nu bespreek met u, het waren ook geen kopjes groene thee waarmee ik spoelde.
Dit is al weer een week aan de gang, meneertje.
Ik dacht dat praatjes geen gaatjes vullen, maar ik kan u zo vertellen dat wat ik daarnet ter sprake bracht ook geen gaatjes vult, toch lijk ik dat telkens te vergeten. Ik lijk wel geen paard. Want een paard zou nooit een tweede keer nogiets, staat me iets van bij, zo slecht werkt mijn geheugen dus niet.’
‘Ik ben een man met het oog voor kleine wonderen. U komt hier voor 1 probleem, dat zijn uw holtes. U bent heel dapper geweest om te proberen het ene probleem zelfstandig te verhelpen, al dan niet met resultaat. Gelijktijdig rekent u af met een heel ander probleem.
U hebt weer controle, ziet u, u bepaalt zelf wat u bunkert en wat u niet bunkert, u bepaalt wat u wel en niet stouwt. Dametje, zelfbepaling op dit gebied is in uw leven een heel zeldzaam gegeven, voor u 10e jaar bent u er al 2 verloren die nooit meer terug zijn gekomen en rond u 14e nogeens de helft van wat u nog had, dat is een groot verlies voor een vrouw alleen en daar kon u allemaal zelf niets aan doen. Alsof dat allemaal nog niet genoeg was, is het afgelopen jaar ook nog eens de kroon van u leven, die u koesterde, van u weggenomen, onverwacht, zonder aankondiging, zonder dat u er invloed op had en de verzekering keerde niets uit.
Als alles afgenomen lijkt te worden en je hebt er geen grip meer op, zoals in uw geval, dan staat het huilen veel nader dan het lachen. Dat mag U best zelf toegeven, dat u niet meer lacht dat uw barst en dat is heel erg. U loopt te vreten, te duwen en te stouwen, ik juich het toe, dametje, zelfbepaling, ik applaudiseer voor u, ik ben niet u ouders, ik bevestig u, ik keur u niet af, doe u ogen open dametje, dan kan ik laten zien hoe trots en fier ik op u ben, zelfbepaling, was ik maar uw vader dan was het zover niet gekomen dat vertel ik u wel, dan hadden we hier niet zo hoeven keuvelen, dan……”
—-
Met dank aan de visite en alle auteursrechten voor eenmalig gastschrijver Heidy.