Jammerrrrr

Wonen in de benedenstad van Nijmegen betekent dat ik elke dag -tig keer De Berg op moet. Die berg is een weg die behoorlijk steil omhoog loopt, van de Waalkade naar De Rest van Nijmegen.
Ik fiets die berg. Tenminste, ik heb met mezelf afgesproken dat ik hem één keer per dag fiets. De andere keren op die dag mag ik hem lopen.

Staand op de trappers weet ik Het Eindpunt Grote Markt altijd ruimschoots te halen. Met zelfs nog een klein beetje vaart, maar zonder adem. Hop, hop
hop
hup
hop-hop.
Daar ga ik.
‘s Ochtends vroeg zit er ook altijd een berg eenden op de berg. Ik denk dat ze het daar in de buurt van een put warmer hebben. Of dat er iemand is die elke ochtend door het raam iets naar buiten gooit. Bijvoorbeeld brood. Met die eenden moet ik tijdens mijn rit rekening houden.

Vanochtend vloog ik ook hoppend en staand -en slingerend om de eenden- de berg omhoog. Hop-hop, hop-hop.
Net als anders. Het enige rare was dat ik ging werken op zaterdag.
Helaas schoot halverwege de berg met een diepe zucht mijn ketting eraf.

Dat voelde een beetje als die keer dat ik met 6 flesjes Corona in mijn hand door het rode stoplicht vloog, van de pedalen afschoot en een hap asfalt nam.

Het oude vrouwtje ging
met haar rollator naar beneden.
Ze had al genoeg aan zichzelf
en keek van mijn klap
dus niet op.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *