Thee en muisjes

‘Geef mij maar aan een ander.’ De dromer neemt een hap van een boterham met gestampte muisjes. Hij kauwt amper en slikt dan de hele boel in een keer door.
De denker roert in zijn thee. ‘Hoe bedoel je?’
‘Nou, geef mij maar aan een ander.’ Hij zucht en neemt nog een hap. De muisjes stuiven naar de overkant van de tafel.
‘Waarom zou ik jou in godsnaam aan een ander geven? En los daarvan, hoe zou ik dat moeten doen? En los dáárvan, sinds wanneer ben je van mij?’ De denker staat op en zet koffie.

Het was laat gister. Te laat. Zo laat dat hij niet meer weet hoe hij hier terecht is gekomen. Maar gelukkig is het hier altijd, hier. Ook ‘s avonds, ‘s ochtends en de volgende dag. En de verwarming staat altijd op vierentwintig graden. En er is altijd koffie na de thee.

‘Ik ben niet van jou. En je mag me weggeven.’
‘Het had ook een ander kunnen zijn.’
‘Had ook, ja.’

‘Ik. Ik had ook een ander kunnen zijn.’
‘Ook. Maar jij bent jij.’

‘Gelukkig ja. Fijn.’
‘Ja, fijn.’


Klik: walking on a dream

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *