1+1

Hij was nu 41. Zijn hele leven had hij porselein verkocht. Daar was hij nu wel zo’n beetje klaar mee. Mensenhandel leek hem beter. Geen Chinezen in een vrachtwagen of Marokkanen op een bootje over zee. Nee. Echte mensen. Echte, oprechte mensen. Die zou hij wonderbaarlijk goed aan de man kunnen brengen.
Al het porselein mocht naar de hel en gooide hij in grote stukken tegen het raam. Dat brak niet, want hij had zijn kannen en kruikjes altijd goed beschermd.

Hij kocht een nieuwe vitrinekast. Eentje die makkelijk sneuvelen kon.
Daar zette hij ze in. De mensen. Dromers en denkers.
De dromers kenden hun verstand, maar hun blikken dwaalden af met hun gedachten.
De denker droomde wel, maar weet dat je van dromen niet teveel moet verwachten.

Als er een denker binnen kwam, verkocht 41 hem een dromer.
En als hij een dromer zag, smeerde hij die een denker aan.
Wondelijk goed ging het.
Het is gewoon een kwestie van matchen. Zwart met wit en wit met zwart.
Tel uit je winst. Tegenpolen trekken elkaar aan. En als ze dan stiekem wat op elkaar lijken wordt de dromer hard en de denker zacht.
Dat werd lekker cashen.

4 Responses to 1+1

  1. jut says:

    ik denk dat ik een denker ben…

  2. Riekster says:

    en ik droom dat ik een dromer ben…

  3. jut says:

    Zijn de meeste dromen niet bedrog? Als dat zo is, is het goed dat je erover droomt, en dat die droom geen werkelijkheid is. Dat is hoe de denker erover denkt…

  4. Riekster says:

    De dromer probeert die enkele droom die geen bedrog is tot werkelijkheid te maken. Het maakt het leven mooier. De dromer denkt dat dat mogelijk is….ookal lazer je soms keihard op de aarde.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *