‘Hij mist een pedaal.’ Vragend kijk ik mijn bijrijder aan. We zitten in De Slee en moeten het ding naar Nijmegen zien te krijgen. Dat is zo’n 45 minuten rijden, en een koppeling is dan wel fijn. Om te schakelen, bijvoorbeeld.
‘Hoezo.’ Bijrijder kijkt me schaapachtig aan.
‘Nou, hij mist een pedaal.’
Bijrijder duikt met zijn hoofd onder het stuur. ‘Inderdaad. Je mist een pedaal. Gek.’
We zuchten en weten allebei hoe laat het is. Fuck.
‘Wat is P., denk je?’
‘Parkeren?’
‘En R?’
‘Achteruit?’
‘Oke. Hebben we nog N. en D.’
‘Tsja….’ Hij zucht. ‘Kweenie.’ Bijrijder duikt het dashboardkastje in en rommelt wat. Een paar seconden later komt er een boekje naar boven.
‘Instructieboekje voor de Volvo V70. Het bedieningspaneel. Pagina 19.’ Hij bladert. ‘Nee. Dat is het niet. Iets over de airco en hoe je je iPod aansluit. Handig.’
Hij bladert. ‘Hm.’
Hij bladert. ‘Starten en rijden. Dat is het. Oh kijk als je hierop drukt dan komt ie in de sportstand, wil je dat?’
‘Uh…nou, wat dacht je van überhaupt wegrijden?’
‘Oh ja. Even kijken. R. is achteruit. Ah, D. is rijden. Nou, rijden maar!’ Hij blijft met het opengeslagen boekje op zijn schoot zitten en kijkt me aan. ‘Riekster, rijden maar!’
De muziek bedienend met de knopjes op het stuur, toeren wij met airco, open ramen, trillende boxen en onze handen in de lucht het land door. Op zoek naar wasmachines en laminaat.