Ik maakte een smoothie. Van sinaasappel, kiwi en banaan. Precies zoals ik het daar ook altijd deed. Dan ging ik even naar beneden, met de lift van 4 naar 1, het trappetje af, links en door de poort naar de straat. Tegen de bewaker knikte ik ni hao.
Hij zei soms wat terug. Op een goede dag kreeg ik zelfs een lach.
Bij het winkeltje haalde ik water en M&M’s, gele grote, of bruine met blauwe erin. Bij het mannetje fruit en op de terugweg langs de Koreaan voor sigaretten. Heerlijk, dat kleine rondje, het was net genoeg. En dan was ik wel weer klaar voor die dag.
‘s Avonds naar de bar. Dan zopen we ons klem aan cocktails en bier, of we bestelden een hele fles tonic en gin. Emmertje ijs erbij. Zat ik uren later midden in de nacht in taxi’s met open ramen. Nog grinnikend om die miljoenen gekke Chinezen. En die andere miljard. De wind die waaide door mijn haren, lampjes die schenen in mijn gezicht. Ik deed mijn best de boel binnen te houden en het cosmpolitisch idee, daar haalde ik al tollend net mijn huis mee.
Maar een cocktail daar is geen cocktail hier. Dat kan ook niet als je niets van ‘daar’ weet. Maar de teleurstelling die volgde op mijn verwachting doet mij beseffen dat ik van het verleden iets niet heb geleerd.
Ervaringen zijn van jezelf. Dingen die een ander niet zomaar van je overneemt.
Want hier is een cocktail een mixje.
En een smoothie een milkshake.
En behalve ik,
Is er geen mens die daar hier last van heeft.