Met onze verschrikkelijkste kater ooit konden we niet anders dan de zaterdagplannen laten voor wat ze waren, en verzamelen op het terras.
Om de stukken avond op fatsoenlijke wijze weer bij elkaar te rapen.
Bleek dat we het over seks in het vliegtuig hadden gehad. En over een stappenteller voor mezelf omdat ik altijd te hard van stapel loop.
Dit laatste is helaas nogal eens waar. Als ik iets eenmaal in mijn hoofd heb, dan vergeet ik dat er na een dag, gewoon nog een dag komt. Ga ik lopen rennen, terwijl ik weken de tijd heb. Om te komen waar ik heen wil.
Te enthousiast.
Elke dag een stap.
Elk uur een stap.
Rennen.
Struikelend naar later.
Rest
slechts de kater.