Archive for the ‘Algemeen’ Category
Riekster houdt van autoritair gedrag
23 augustus 2011Ik sta bij de balie en ik heb zojuist met mijn platte hand op de platte bel geslagen.
‘Goedemorgen.’
‘Goedemorgen, ik heb om elf uur een afspraak met mevrouw Ten Kate.’
‘Ah, ik zal het even nakijken wat is uw naam?’
‘Riekie Weijman.’
‘mm……mmm…. hm. Bij mevrouw Ten Kate zegt u?’
‘Ja.’
De secretaresse typt druk op het toetsenbord en klikt zenuwachtig met haar muis.
‘Met een -W hè?’
‘Ja. Met een W. En dan een -e, -i, -j -m -a -n. Weijman.’
Ze typt nog eens en klikt nog vaker en fronst.
‘Hè’, mompelt ze. ‘Ik zie je niet. Mag ik je brief anders even zien?’
‘Brief?’ vraag ik. Ik heb geen brief, ik heb gewoon telefonisch een afspraak gemaakt. ‘Ik heb geen brief’, zeg ik. Ik haal een keer extra adem.
‘Ik ga het wel even vragen.’ Ze kijkt om zich heen en loopt dan weg. Al snel zie ik door de glazen muur heen een man op de computer zoeken naar de afspraak die ik heb met mevrouw Ten Kate. Het duurt een paar minuten, ze wisselen een paar woorden en ten slotte knikt de man en komt de secretaresse terug.
‘Is Weijman uw meisjesnaam?’
‘Ja.’
‘Oh.’
Ze gaat zitten en typt. Het duurt even en dan kijkt ze op.
‘Uhm, kan het niet zijn dat u toevallig Verweij heet?’
…..
…..
…..
Mijn hersens kraken.
Jeeeeeezus, tuthola, flapdrol, kuttekop, denk je dat ik soms mijn eigen achternaam niet weet? NEE natuurlijk heet ik GODDOMME GEEN VERWEIJ! Als ik Verweij had geheten had ik dat wel gezegd he? Ja ik heb een hoop gekke dingen hoor, maar mijn eigen achternaam onthouden dat gaat nog wel. En jij, heb je je opleiding al afgerond of gaat dat niet meer lukken dit jaar?!
‘Uhm, beste…. hoe heet je eigenlijk?’
‘Chantal.’
‘Beste Chantal. Wat denk je nu zelf?’
Chantal mompelt dat ze wel even verder zal kijken.
N.
21 augustus 2011Over de brug
betreed ik de ansichtkaart
waarin elke straatsteen voelt
als die van mij.
Binnen de lijnen,
en stippels van zwart en wit
die de contouren op het papier hebben gezet
zie ik mensen die ik ken,
mieren
die wegen opnieuw plaveien.
De kerk stevent tussen lucht en tijd
bombastisch op een confrontatie
met het uitzicht af.
Op de achterkant
marcheert het leger de vierdaagse.
Een blonde pater wint de eerste prijs
er zitten toeristen aan een tafel
met de botterik van de brouwerij.
Ik zie boten onder me door
naar een nieuwe haven varen.
Fionn Regan
15 augustus 2011De verloren zoon
13 augustus 2011‘Opnieuw afspelen.’
Ik klik het liedje aan, en dan nog eens en dan nog eens en als ik een paar uur later thuiskom, vraagt de laptop er zelf al om. ‘Nog een keer afspelen?’
‘Ja.’
Ik moet erom grinniken, omdat het eigenlijk best een ordinair liedje is, dat ik keer op keer op de laptop draai.
Maar het mag weer, want meteen nadat ik had besloten dat mijn keuzes gemaakt moesten worden door mezelf, stopte ik tien cd’s in het mapje voor in mijn auto en reed ik weg. Kilometers en kilometers reed ik om het leven op te halen waar het gebleven was, en daarover deed ik drie maanden.
Op sommige dagen bleef ik thuis en reed ik de kilometers in mijn hoofd en draaide ik de liedjes op mijn laptop. En op sommige dagen reed ik ze in het echt en kachelde ik maar wat rond. Langs werkzaamheden aan de weg en langs lange stroken bomen. Soms reed ik te hard en af en toe stond ik stil. Soms kon ik mezelf niet horen denken door het volume van de muziek.
Terwijl ik de kilometers wegduwde, voelde ik vooral het onderweg zijn; van toen naar nu en terug, naar toen en weer naar nu. Van Nijmegen naar Utrecht. Naar Nijmegen van Utrecht, van Amsterdam naar Deventer, naar Zwolle, en nog zesenveertig keer heen en weer naar Utrecht. En alle zesenveertig keer veroverde de stad mijn hart.
Een keer reed ik naar een dorpje, dat heette Haarlo. Daar leerde ik vuurtje stoken.
Een keer vloog ik uit de bocht. Toen dronk ik met goed gezelschap de twee dagen van het weekend weg.
Vaak luisterde ik naar de Counting Crows.
Eindeloos.
Op het laatst, als ik in de auto zat en nadacht over mijn eigen vierkante centimeter, dan was ik van mening dat het vanaf nu weer allemaal best wat grootser kan. Grootser dan de A12 in mijn hoofd.
Met een tikje ordinaire muziek.
Waarvan andere mensen denken dat dat niet bij me hoort.
Wat zijn het er veel
8 augustus 2011‘Hier lopen alleen maar hetero’s’. Ze blijft stilstaan, draait zich om en loopt dan vastberaden naar het Rembrandtplein. Tussen de gekleurde ballonnen en regenboogvlaggen is het roze van de jongens die een vriendje, en meisjes die een vriendinnetje hebben. Stelletjes, singles, sommigen in hun gewone kleren, anderen in het roze en er tussendoor lopen relatief veel hetero’s – al zijn ze vandaag veruit in de minderheid. Achter mij dreunt de muziek. Voor mij ook. Zojuist heb ik bijna mijn arm uit de kom gezwaaid naar mijn oudste vriend en mijn jongste vriendin die op een boot stonden. Vriend al zo lang uit de kast als ik hem ken, vriendin pas net out and proud. Daar stonden ze, keurig, als zichzelf, en braaf met al hun kleren aan. De een ging los op de muziek, de ander stond daar alleen maar stralend om zich heen te kijken. Ik wist niet hoe snel ik moest zijn om tegen iedereen om mij heen te zeggen dat ik hun kende.
En dat, lieve lezer, dat terwijl ik er altijd op tegen was, de gayparade. Ik was er op tegen omdat ik me niet identificeer met halfnaakte mensen die zich met veren en tooien op boten presenteren. Ik zag daarom ook nooit een reden om voor de botenoptocht naar Amsterdam af te reizen en trots op mezelf te zijn. Want wat is dat voor classificering, dacht ik altijd. Dat ik alleen op basis van geaardheid feest moet vieren met mensen. Mensen die verder op een gewone menselijke manier helemaal niet bij me passen. Niet mijn stijl, niet mijn sfeer. Nee, dan hoorde ik liever nergens bij. En toch voerde ik in mijn hoofd een stiekeme strijd.
Afgelopen zaterdag besloot ik toch maar eens te gaan kijken. En daar stonden ze. Vriend op de ene boot, vriendin op de andere. Daartussen tientallen boten van uiteenlopend kaliber; de Pannboot werd afgelost door een feestboot, het leger presenteerde zich strak in uniform, boten van politieke partijen wisselden vaartuigen af waarop mensen stonden die door de combinatie van geaardheid en leeftijd of geloof stevig in hun schoenen moesten staan.
Ik moedigde alle tachtig boten aan, maar het hardst gilde en danste ik naar mijn vrienden die me wonder bovenwonder ook nog zagen. Ik was zo trots dat mijn hart een paar keer oversloeg. Ik zwaaide en ik zwaaide en ik stuurde een handkus over het water.
Eenmaal bij het feestje op het Rembrandtplein vraag ik de vriendin hoe ze het vond, op de boot.
Ze kijkt me aan en begint te glunderen. ‘Nu mag heel Nederland het weten.’ Ze glundert nog een keer en gaat out and proud nog een drankje halen.
Schone dagen
31 juli 2011Hij wist dat zijn kromme zinnen geen recht konden doen aan de schoonheid van de lege dagen. De vrije uren die fonkelden in hun eigen tijd, als een zee waarover hij eindeloos kon turen.
Het ontbrak hem aan de woorden. Woorden die misschien wel niet in het alfabet zaten.
Hij kocht een ansichtkaart – want plaatjes doen het altijd goed- en schreef een zonnetje op de achterkant.
‘Heel leuk hier en dertig graden.’